Detentie ter discussie

Net als Maurice de Hond werpt Maarten ‘t Hart zich op voor een zijns inziens onterecht veroordeelde gevangene, maar waar De Hond publiekelijk zijn mond niet meer mag opendoen over de klusjesman in de Deventer moordzaak (en zelfs wegens smaad veroordeeld is), mag ‘t Hart zijn volle gewicht in de strijd gooien in de zaak Lucia de B.

Zaterdag jl. kreeg de schrijver-etholoog (lees vooral zijn De jacobsladder, waarin hij de onbedwingbare neiging tot scheurmakerij in orthodox-protestante kringen tekent) maar liefst twee pagina’s in de bijlage Etcetera van NRC Handelsblad om de gerechtelijke dwalingen in deze zaak toe te lichten. De zaak in het kort: De B. wordt beschuldigd van een hele reeks moorden, maar een belangrijk bewijs voor een van die moorden bleek ongegrond. Ze is nu voor minstens drie maanden weer een vrije vrouw.

Middeleeuwse noties
Of ze het nu wel of niet gedaan heeft: daar kan en wil ik geen oordeel over vellen. Ik sta liever even stil bij een wel heel merkwaardige passage in het NRC-artikel. ‘t Hart schrijft: “Maar ja, sowieso is gevangenisstraf natuurlijk een volstrekt achterlijke sanctie. Mij dunkt dat er maar één reden kan zijn voor detentie, namelijk preventie. Je bergt iemand op om te voorkomen dat hij nog meer misdaden pleegt. Straf, vergelding, boetedoening, dat zijn middeleeuwse noties. Nietzsche betoogde al dat wij over de brug van de wraak heen moeten. Nog nooit is iemand als een beter mens uit de gevangenis gekomen. De mens is het enige organisme dat zijn soortgenoten, en ook veel andere organismen, langdurig opsluit, en ook dat bewijst, naast al wat wij verder nog aanrichten, dat we van alle organismen veruit het diepst gezonken zijn.”

Hersenknoopje
Deze passage legde mijn hersens in een gordiaans knoopje. Want wat wil ‘t Hart nu eigenlijk? Enerzijds pleit hij voor afschaffing van gevangenisstraffen. Als hij dat generiek bedoelt, dan zegt hij dus in feite dat moordenaars en kinderverkrachters – ik noem maar een paar sprekende voorbeelden – niet in het cachot geworpen dienen te worden, noch enige andere straf opgelegd mogen krijgen. Immers, dat zijn ‘middeleeuwse noties’.

Tegelijkertijd zegt hij dat detentie uit motieven van preventie wél wenselijk kan zijn. Met andere woorden: die moordenaar moet van ‘t Hart wel degelijk achter de tralies, om erger te voorkomen. Mocht de succesauteur alsnog een carrière als rechter overwegen, dan zal hij moeten beseffen dat hij het telkenmale verdomd lastig gaat krijgen. Want hoe bepaal je nu met zekerheid of moordenaar A het bij één moord zal houden (en dus op basis van Nietzsches opvatting vrij kan blijven rondlopen), of dat bij moordenaar B de kans op recidive dermate manifest aanwezig is dat een celstraf op zijn plaats is? De kans op het maken van kapitale fouten blijft net zo goed aanwezig als in het huidige rechtssysteem – iets waar ‘t Harts beschermeling Lucia de B. over mee kan praten.

Scroll naar boven